DonerenNieuwsbrief
HomeActueelVerhalen

Een leefbaar loon zou zoveel veranderen

Het verhaal van Noé Nerio 

Noé Nerio heeft het koud in winters Nederland. Het verschil is groot met El Salvador waar de temperatuur op de suikerrietvelden regelmatig oploopt tot 40 graden. Door de klimaatverandering wordt ook hier de hitte extremer en het werk van de arbeiders op de suikerrietvelden nóg zwaarder en ongezonder. 

 

"Een leefbaar loon zou zoveel veranderen voor hen. Sommigen doen hun gevaarlijke werk op slippers omdat ze zelfs geen geld voor schoenen hebben" zegt de leider van het Netwerk van Latijns-Amerikaanse vakbonden in de Suikersector. Hij is in Europa om de stem van de suikerarbeiders te laten horen op de Living Wage conferentie in Brussel.

Noé Gilberto Nerio is leider van de vakbond van een van de grootste suikerfabrieken van El Salvador. Hij is ook voorzitter van het Netwerk van Latijns-Amerikaanse vakbonden in de Suikersector

 

Noé Gilberto Nerio groeide net als zijn vader en opa op in de buurt van Ingenio El Angel, de belangrijkste van de 6 grote suikerrietbedrijven van El Salvador, het grootste suikerrietbedrijf van El Salvador. Zijn opa was verantwoordelijk voor de duizenden ezels die destijds het suikerriet naar de fabriek vervoerden , toen er nog geen vrachtwagens waren. 

Zijn vader werkte in de suikerfabriek en was ook actief voor de vakbond. Hij verdween tijdens de burgeroorlog (1979 tot 1992). Zijn lichaam werd nooit teruggevonden. Zijn moeder bleef gebroken achter. Noé kreeg daardoor als 22-jarige de zorg over zijn 5 broers en zussen. Noé vertelt trots dat zij toch allemaal een opleiding hebben gedaan en goed terechtgekomen zijn.

CNV Internationaal zet zich al jaren in voor verbetering van de arbeidsomstandigheden van suikerarbeiders en steunt het Netwerk van Latijns-Amerikaanse vakbonden in de Suikersector dat de krachten bundelt van vakbonden uit vijf landen. Samen zijn zij ook actief om de stem van de arbeiders te laten horen binnen Bonsucro, de standaard voor verduurzaming van de suikersector.

 

In de suikerfabriek waar Noé 46 jaar lang werkte als elektricien, is veel ten goede veranderd in de loop van de tijd: “Iedereen heeft een vaste baan en een contract. De vakbond is er actief en er is een cao afgesloten. De werkomstandigheden zijn fatsoenlijk en de fabrieksarbeiders krijgen een eerlijk loon voor hun werk, dankzij de vakbond. Het minimumloon in El Salvador is 365 dollar per maand. Dat is geen leefbaar loon. Gelukkig hebben we in de suikerfabriek een loon van 700 dollar onderhandeld." 

Velen zijn chronisch ziek door ernstig nierfalen, veroorzaakt door een combinatie van extreme hitte en gebrek aan schoon drinkwater tijdens het werk en ook door de chemicaliën die gebruikt worden.

Leefbaar loon

De omstandigheden in deze fabriek mogen dan redelijk goed zijn. Dat geldt zeker niet voor de omstandigheden op de suikerrietvelden, vertelt Noé: “De landarbeiders hebben geen vast contract, ze worden betaald op basis van stukloon. Maar dat is lang niet voldoende voor het levensonderhoud. Noodgedwongen werken ze extreem veel uren om in hun levensonderhoud te voorzien. 

Velen hebben last van ernstig nierfalen, veroorzaakt door een combinatie van extreme hitte en gebrek aan schoon drinkwater tijdens het werk en ook door de chemicaliën die gebruikt worden. Afgelopen week was ik bij een inheemse groep suikerrietkappers. Zij worden gediscrimineerd, en hun werkomstandigheden zijn nog slechter.”

De werk- en leefomstandigheden van veel suikerrietkappers in Latijns-Amerika zijn extreem slecht (de foto is niet van de gemeenschap waar Noé actief is)

"Een leefbaar loon zou echt zoveel veranderen voor deze kwetsbare groepen. Overheden en met name de grote multinationals in de voedsel industrie spreken inmiddels wel over een leefbaar loon voor alle arbeiders in de keten. Maar het is er nog  lang niet. Daarom is het beter om niet te wachten en als vakbonden aan de slag te gaan zodat we met data in de hand betere lonen kunnen onderhandelen. 

Om goed daarover te kunnen onderhandelen moeten we als vakbond zelf betrouwbaar in kaart brengen wat de kosten van levensonderhoud zijn en wat mensen nu verdienen. Dit jaar hebben we een begin gemaakt dankzij de digitale monitoring tool van CNV Internationaal  CNV Internationaal traint en ondersteunt ons Netwerk van Vakbonden in de Suikersector daarop."  

Prijs

De vakbond van Noé won zelfs een prijs van de overheid voor de beste cao. Wat het geheim is? “Als vakbondsleider zet ik me in voor permanente sociale dialoog, voor vertrouwen. Je moet niet wachten tot de problemen zich opstapelen. Als ik er niet uit kom met de bedrijfsleider dan bel ik de eigenaar van het bedrijf. Onze kaderleden zijn deskundig, we hebben voorstellen gedaan voor verbetering en diversificatie, die hebben gezorgd voor meer efficiëntie en verduurzaming."

Voetbaltraining

"Als vakbond nemen we ook het initiatief voor sociale projecten in de gemeenschappen. We hebben gezorgd voor drinkwater, elektriciteit en zonne-energie én voor voetbaltraining om de jeugd bezig te houden.

En, we hebben gelobbyd bij de gemeente voor een afspraak dat minstens 60% van het personeel van de fabriek afkomstig moet zijn uit de buurt. Zo doet het bedrijf tenminste ook iets terug voor alle schade en overlast die het veroorzaakt.

De gemeenschappen hebben ook last van de chemicaliën die vlak voor het oogsten gespoten worden. Dat gebeurt soms met kleine vliegtuigjes waardoor ook de omringende begroeiing doodgaat en wat schadelijk is voor de gezondheid."

Met zijn federatie van vakbonden in de suikerindustrie wil Noé ook de organisatiegraad in de voedingssector versterken: “Coca-Cola en de bier en waterfabriek Planta zijn al gelukt, nu nog Pepsi Cola en Lime la Cascada, bij elkaar werken daar 3000 arbeiders. Afgelopen augustus hebben we ook een vakbond voor de horeca opgericht. ”

 

 

 

"De omstandigheden van inheemse suikerrietkappers zijn het allerslechtst. Zij worden het meest gediscrimineerd en het minst beschermd. 

 

 

 

De positie van suikerrietkappers is kwetsbaar (foto is niet van de gemeenschap waar Noe actief is.

Uitdaging

"In 2013 hebben we een nationale vakbond voor suikerrietkappers opgericht. De positie van de suikerrietkappers is helaas heel kwetsbaar. Met onze vakbond onderhandelen we over de minimale voorwaarden zoals een arbeidscontract, leefbare lonen, goed gereedschap, en beschermende kleding, want dit is gevaarlijk werk, en recht op gezondheidszorg en pensioen. 

De Sindicato de Gremio de Cortadores de Caña, een sectorale bond voor alle 6 suikerrietbedrijven, vertegenwoordigt nu ook wel 70.000 kleine producenten van suikerriet." Hoe het komt dat er zoveel kleine producenten zijn? "Na de burgeroorlog zijn de grootgrondbezitters onteigend en is de grond verdeeld onder de bevolking. Daardoor zijn nu heel veel kleine producenten en coöperaties." 

 

 

Noé wil ook de suikerarbeiders die werken in het transport organiseren

 

Noé ziet het als grootste uitdaging voor zijn vakbond om uiteindelijk alle suikerrietkappers in El Salvador te organiseren, ook de landarbeiders én de inheemse groepen Daarnaast organiseren we ook arbeiders in het transport van suikerriet. En we willen vakbonden oprichten in de twee resterende suikerfabrieken in El Salvador waar nu nog geen vakbond is.

Vakbondsvrijheid onder druk

Vakbondswerk in de rietsuikersector is in heel Latijns-Amerika moeilijk en niet zonder risico's. In Guatemala is er slechts één fabriek waar de vakbond met moeite actief kan zijn. 

In El Salvador zijn er wel 800 basisvakbonden die deel uitmaken van de federatie van Noé. Het vakbondswerk wordt echter enorm bemoeilijkt door de wettelijke regel dat er ieder jaar een nieuw vakbondsbestuur gekozen moet worden. Voor werkgevers is dat slechts een keer per vijf jaar. Dat legt een enorme druk op de vakbonden en het zorgt voor veel onderlinge concurrentie. Hiertegen is inmiddels een aanklacht ingediend bij de internationale arbeidsorganisatie ILO.

Werknemers en vakbondsleiders van het Netwerk uit Guatemala, El Salvador, Nicaragua, Costa Rica, Honduras, Colombia en Bolivia kwamen bij elkaar om hun kennis en samenwerking te versterken. 

Netwerk van suikerrietvakbonden

Noé is voorzitter van het Netwerk van Suikervakbonden voor Midden-Amerika, waarin vakbonden uit Costa Rica, El Salvador, Guatemala, Honduras en Nicaragua samenwerken. “We leren veel van de trainingen die CNV Internationaal voor het netwerk organiseert. Tegelijk leren we ook van elkaar bijvoorbeeld door cao’s te vergelijken. Van de 16 deelnemende vakbonden hebben er 14 een cao. Vooral de nieuwe vakbonden, met enthousiaste jonge leiders die nog geen 30 zijn, moeten nog veel vaardigheden leren."

 

 

Als vakbonden dragen we bij aan verbetering van de efficiëntie in de fabrieken, aan betere lonen en aan betere gezondheid.”

Win-win

De vakbond heeft veel weten te bereiken bij suikerfabriek El Angel. Het bedrijf is een voorbeeld voor de suikersector. Zowel de werkgever als de werknemers zijn gebaat bij de verbeteringen.

Zo zijn er in de meeste landen in de fabrieken 2 ploegendiensten van 12 uur. Dat is slopend voor de gezondheid. Met 50 jaar zijn veel mensen totaal versleten. Noé vertelt dat er in de cao bij El Angel en enkele andere fabrieken afspraken zijn gemaakt voor een systeem van 4 ploegendiensten. Daarbij is de werkdag 8 uur en er zijn meer vrije dagen. "Dat systeem kost de werkgever meer, maar werknemers blijven fit en dus productiever."

Dankzij overleg met de vakbond zijn er bij de El Angel fabriek ook multidisciplinaire teams in de fabriek ingevoerd, vertelt Noé: "Werknemers voeren tegenwoordig afwisselend verschillende taken uit. Dat geeft werknemers meer voldoening en de werkgever meer flexibiliteit.  Zo dragen we als vakbonden bij aan verbetering van de efficiëntie in de fabrieken, aan betere lonen en aan betere gezondheid.”

Hittestress en nachtwerk

Ook voor de suikerrietarbeiders op het veld deed de vakbond van Noé met succes voorstellen voor aanpassing van de werktijden: “Bij de suikerfabriek El Angel sprak de vakbond van Noé af dat de eerste ploeg kappers begint om 1 uur ‘s nachts. De tweede ploeg begint pas om 15 uur ‘s middags. “Zo vermijden we de heetste uren van de dag en hoeft er minder in de zon te worden gewerkt.

We hebben dit in een aantal fabrieken kunnen afspreken. Hopelijk wordt dit ook echt een recht, want het. Het gaat om de gezondheid van onmisbare arbeidskrachten. Als het riet met machines geoogst wordt moeten de planten al na 2 jaar vervangen worden. Als mensen het riet kappen kan er wel 8 keer geoogst worden van dezelfde plant, dat is veel duurzamer dus.

 

Suikerfabriek El Angel geeft ook het goede voorbeeld als het gaat om voorzieningen voor suikerrietkappers in het oogstseizoen. Er is vervoer per bus, er is fatsoenlijk onderdak met bedden en sanitair en er worden gezonde maaltijden geregeld en bij ziekte of ongelukken is er medische zorg beschikbaar. Vroeger was hulp ver te zoeken als iemand met de machete in z'n been hakte.

 

Als je bij een suikerrietkapper op bezoek gaat dan zie je complete armoede en trieste omstandigheden. De kloof met wat er verdiend wordt aan het eind van de keten is enorm.

Bonsucro

"Dankzij het Vakbondsnetwerk hebben we veel geleerd over de Bonsucro standaard," vertelt Noé, "Nu kunnen we als arbeiders daar onze stem laten horen. Het is mooi dat er zo’n wereldwijd certificaat is, met leden in wel 87 landen. Het is ook belangrijk dat het niet alleen een vrijblijvend certificaat is, maar ook een standaard, ook al is die standaard voor verbetering vatbaar.

Echter, de partijen in Bonsucro die het meest verdienen in de suikerrietindustrie hebben soms nog nooit een plant op het veld gezien. Als je bij een suikerrietkapper op bezoek gaat, dan zie je complete armoede en trieste omstandigheden. Daarom is het heel goed dat van alle partijen uitgezocht is hoeveel er verdiend wordt De kloof met wat er verdiend wordt aan het eind van de keten is enorm. 

Om dat concreet te laten zien is de digitale monitoring tool (de 100% Fair Work Monitor, red.)  die we samen met CNV Internationaal ontwikkeld hebben, ook zo waardevol. Daarmee brengen we jaar na jaar in kaart wat de lonen van arbeiders echt zijn, afgezet tegen de kosten van levensonderhoud. Met die informatie staan we sterk in onze onderhandelingen met bedrijven in de keten, zodat de arbeiders voor hun harde werk uiteindelijk echt een leefbaar loon krijgen

De suikerrietkappers hebben niet eens fatsoenlijke schoenen. Ze werken op blote voeren met slippers en worden ziek van de hitte, de chemicaliën en het stof

 

Slippers

Het gaat er uiteindelijk om dat de omstandigheden van de suikerrietkappers beter worden. Er wordt veel verdiend in de top, maar de suikerrietkappers hebben niet eens fatsoenlijke schoenen. Ze werken op blote voeten met slippers en worden ziek van de hitte, de chemicaliën en het stof.

Daarom is het zo belangrijk dat wij onze plek innemen binnen Bonsucro als vertegenwoordigers van de arbeiders.

Om de wereld te laten horen wat er aan de hand is.

Het gaat erom dat bedrijven en regeringen hun verplichtingen nakomen en dat wij als vakbonden de arbeiders kunnen vertegenwoordigen, zodat er ook een cao komt voor de suikerrietkappers.

Prep4change

Noé vertelt ook over het Prep4change project waar zijn vakbond bij betrokken is. "Het is heel goed dat er onderzoek gedaan wordt naar gezondheid en arbeidsomstandigheden in het Prep4Change project. 

Als vakbond hebben we immers direct contact met de suikerrietkappers en met de gemeenschappen waar hun gezinnen wonen. We kunnen laten zien wat er echt aan de hand is. 

Het is daarbij belangrijk dat de omstandigheden van de gemeenschappen waar de gezinnen wonen ook bij het ketenonderzoek betrokken worden. Ook hun gezondheid is in het geding," benadrukt Noé. "Veel suikerrietkappers kampen met nierproblemen. Als zij ziek worden valt hun inkomen weg en heeft dat direct grote gevolgen voor hun gezin."

Hittestress en klimaatverandering

Dit Prep4Change project onderzoekt ook de hittestress, die toeneemt onder invloed van de klimaatverandering, door groepen te vergelijken die wel en niet beschermingsmaatregelen hebben gekregen.

"Het is belangrijk dat duidelijk is wat er gebeurt na afloop van het onderzoek", benadrukt Noé. "Daarom is het zo goed dat CNV Internationaal en de vakbonden hieraan deelnemen om te zorgen voor opvolging en dat er sociale dialoog opgestart wordt met de betrokken partijen.

Zo moet er nog veel gebeuren aan voorlichting, want veel suikerrietkappers hebben nog weinig kennis over hoe ze zich het best kunnen beschermen tegen de hittestress die komende jaren alleen maar zal toenemen door de klimaatverandering. Dat je moet drinken en regelmatig in de schaduw moet rusten om het zware werk vol te kunnen houden."

Prep4Change>  is een project van een groep organisaties waaraan ook CNV Internationaal en het Vakbondsnetwerk deelnemen en dat gefinancierd wordt door het Amerikaanse ministerie van arbeid.

 

Meer weten

Noé kwam naar Europa om deel te nemen aan de Living Wage Summit in Brussel om de verhalen over leven en werk van de suikerrietarbeiders, in de fabrieken, in het transport en op de velden onder de aandacht te brengen.

Als de verhalen van arbeiders en vakbondsleiders zoals Noé meer gehoord worden, kunnen er hopelijk echte veranderingen worden doorgevoerd. Zodat juist de meest kwetsbare arbeiders aan het begin van de suikerrietketen betere arbeidsomstandigheden, betere gezondheids- en veiligheidsvoorwaarden en een leefbaar loon krijgen.  

De kloof tussen de top en de bodem is nu nog veel te groot en er kan nog veel worden verbeterd, zelfs in de bestaande normen en certificeringen. Door naar de werknemers te luisteren en instrumenten als de 100% Fair Work monitor van CNV Internationaal toe te passen, kunnen we nauwkeurige informatie krijgen van groepen die voorheen niet onderzocht werden. Laten we goed luisteren naar mensen als Noé en samen werken aan verbetering.

 

> 100% Eerlijk Werk Monitor

> Arbeidsrechten Suikersector Data Dashboard 

 

 

 

NB. De foto's bij dit artikel zijn niet gemaakt op het bedrijf waar Noé werkt

Publicatiedatum 12 12 2022