DonerenNieuwsbrief
HomeOns werkLandenLatijns-AmerikaBolivia

Boliviaanse werknemers bereiden zich voor op nieuwe verkiezingen

Boliviaanse werknemers bereiden zich voor op nieuwe verkiezingen

Tijdens de roerige weken die volgden op de algemene verkiezingen van 20 oktober in Bolivia is er veel gebeurd. Het begon met stakingen, blokkades van transportroutes en straatrellen en eindigde in een plotse regeringswisseling.

De overgangsregering van president Jeanine Añez heeft toegezegd zo spoedig mogelijk nieuwe verkiezingen te houden. Añez vormde snel een regering, en de minister van Economische zaken begon zijn bewind met de mededeling dat de lonen en bonussen van alle werknemers zullen worden doorbetaald. Hij zei ook dat de wisselkoers van de lokale valuta ten opzichte van de dollar voorlopig niet zal wijzigen.

De spanningen op straat zijn langzamerhand afgenomen. Intussen zijn regering en parlement – waarin de voormalige regeringspartij, Movimiento al Socialismo ('Beweging voor het socialisme'), nog steeds een tweederde meerderheid heeft – erin geslaagd overeenstemming te bereiken over een uitzonderlijk overgangsregime.

Door dit wettelijk te regelen, kunnen nu nieuwe algemene verkiezingen worden uitgeschreven. De noodwet verklaart daartoe ook de verkiezingen van 20 oktober voor nietig. Ook komt er een nieuw Hoog Verkiezingsgerecht. Dit college heeft zodra het aantreedt een periode van 120 dagen om de nieuwe verkiezingen te houden.
 

De lastige positie van veel vakbondsleiders

Arnaldo Montero is directeur van CENAC (Centro de Acción al Cambio, 'Actiecentrum voor Verandering'. Deze organisatie vertegenwoordigt CNV Internationaal lokaal vertegenwoordigt houdt contact met basisorganisaties). Hij is van mening dat de situatie van werknemers op het niveau van de departementale en nationale vakbondskoepels (COD en COB) verzwakt is. De politieke alliantie met de voormalige regeringspartij heeft veel leiders in een ongemakkelijke situatie gebracht, omdat zij zich bij de verkiezingen, afgelopen 20 oktober, kandidaat hadden gesteld, of zelfs waren verkozen, voor het parlement of de senaat.

'De COB zal moeten analyseren of zijn kandidaten overeind blijven, en zal veel zorgvuldiger moeten kijken of de politieke alliantie met MaS wordt voortgezet bij de nieuwe verkiezingen, die de huidige overgangsregering in 2020 moet uitschrijven.'

Noodgedwongen afwachten

De vakcentrale COB laat bij monde van Vitaliano Mamani, organisatiesecretaris en zojuist benoemd tot vice-minister van Werkgelegenheid, weten dat ze afwacht hoe de kaarten voor de politieke partijen geschud gaan worden.

'De COB is uit principe een pluralistische vakbeweging. Er is nu een nieuw kiescollege  benoemd en we weten dat er op 3 mei nieuwe verkiezingen zijn. Dus laten we hopen dat wij als werknemers erin slagen ons te organiseren,' zegt Mamani.

Zijn vakbondskoepel had tijdens de regering van Evo Morales een overeenkomst gesloten met de regeringspartij Beweging voor het Socialisme. Daardoor konden zij kandidaten naar voren schuiven voor het Huis van Afgevaardigden en de Senaat bij de verkiezingen van afgelopen 20 oktober.

Het bestuur van de COB presenteerde een kandidatenlijst om zich te verzekeren van een werknemersvertegenwoordiging in het parlement. 'Door de recente gebeurtenissen en het ongeldig verklaren van de verkiezingen is die mogelijkheid verloren gegaan,' aldus Mamani.

Deze situatie houdt verband met de resoluties van twee nationale congressen van de vakbonds­organisatie, in 2016 en 2018. Toen werd op basis van het mandaat van de leden besloten werd steun te geven aan het zogenoemde 'veranderingsproces' van de regering van Evo Morales sinds hij in 2006 aan de macht kwam. '

Als gevolg hiervan zijn wij ervan beticht een regeringsgezinde bond te zijn en de toenmalige regeringspartij, Beweging voor het Socialisme, te steunen. Maar we voerden gewoon het mandaat van onze leden uit', aldus Vitaliano Mamani.

Voor de toekomst merkt Mamani op dat zodra de politieke lijnen zijn getrokken, de COB haar positie zal bekendmaken. 'Als werknemers zien wij altijd graag een versterking van de productieindustrie. Ons land blijft maar grondstoffen exporteren. Waarom stimuleren we niet  de verwerkende industrieën zodat we kunnen exporteren met toegevoegde waarde?

Werknemers uit alle sectoren willen dat er meer werkgelegenheid wordt gecreëerd. Nu exporteren we alleen slavenarbeid, Bolivianen worden illegale immigranten, fatsoenlijke banen krijgen ze niet. En dat staat nog los van de kwestie van leefbare lonen, die onverminderd actueel is.' Vol overtuiging voegt hij eraan toe: 'Eendracht maakt macht; we hebben meningsverschillen, maar als werknemers moeten we één zijn, op basis van onze principes en statuten.'

'Als werknemers zien wij altijd graag een versterking van de productieve, verwerkende industrie. Ons land blijft grondstoffen exporteren; maar waarom niet verwerkende industrieën stimuleren en dan exporteren met toegevoegde waarde?'

 

In de particuliere sector lijkt men vertrouwen te hebben in de huidige politieke transitie. Volgens Jaime Ascarrunz, voorzitter van de federatie van private ondernemers van La Paz (FEPLP), zijn er veel moeilijkheden en punten van zorg zijn. Tegelijk ziet zijn organisatie ook dat mensen in staat zijn deze hindernissen te overwinnen, zodat Bolivia als land vooruitgang kan boeken.

'De FEPLP werkt aan een ontwikkelingsstrategie voor het departement La Paz. Die strategie moet nu worden aangepast, want de recente gebeurtenissen zijn niet bemoedigend, vooral met wat er in El Alto is gebeurd. Maar er ligt inmiddels een voorstel.'

 

Langdurige knelpunten in de arbeidswetgeving

Sofía Ríos, verpleegster en bestuurder van het Netwerk van Vakbondsvrouwen in Bolivia (RMTS), benadrukt dat haar organisatie al lange tijd eist dat in de arbeidswetgeving gelijke kansen en gelijke behandeling voor vrouwen wordt opgenomen. RMTS wil ook meer vrouwen in bestuursfuncties binnen vakbondskoepel COB, en op betere posities.

El sector de la salud no está incorporado

Ríos wijst erop dat werknemers in de publieke gezondheidszorg gediscrimineerd worden doordat ze niet zijn opgenomen in de Algemene Arbeidswet (LGT). ‘Wij doen hetzelfde werk als personeel in privé-klinieken, maar wij krijgen geen vergoeding bij vrijwillig of gedwongen ontslag, of betaling voor het draaien van extra diensten.

Volgens de Boliviaanse grondwet is discriminatie verboden, maar een strategische sector als gezondheidszorg valt nog altijd buiten de Arbeidswetgeving.'

Ríos voegt eraan toe dat alle eisen van de sector zullen worden doorgegeven aan vakbondsfederatie COB, zodat die namens alle werknemers, mannen en vrouwen, een eenduidig pakket eisen kan voorleggen aan alle partijen die meedoen aan de verkiezingen.

“'We moeten de grondwet respecteren. Het is dé wet die ons, en ons hele land, de weg vooruit wijst. De nieuwe generaties moeten hun kennis van de grondwet verdiepen. Het rouleren van functies moet worden uitgetest op alle gebieden, om te voorkomen dat macht verwordt tot tirannie.

Het is niet eerlijk wat er is gebeurd; het leek erop dat we als werknemers flink vooruitgang hadden geboekt, maar helaas lijken we nu juist terrein te hebben verloren. We hebben ons niet vrij kunnen uiten omdat we als rechts werden afgeschilderd.'

Ríos is ervan overtuigd dat vrouwen voluit moeten deelnemen aan de vakbondsbeweging, en dat permanente educatie, via vakbondstrainingen voor nieuwe leiders, een noodzaak is.

Sociale dialoog voortgezet

CNV Internationaal zet zich in voor het opzetten en bevorderen van sociale dialoog in Latijns-Amerika. In Bolivia zijn de vooruitzichten bemoedigend volgens Arnaldo Montero. De mislukking van de laatste verkiezingen heeft diepe wonden geslagen. Maar de sociale structuren zoals de departementale vakbondsfederaties (COD's) en de COB hebben de hun eenheid weten te bewaren. Deze organisaties blijven zoeken naar betere sociale en werkomstandigheden voor hun leden, ongeacht welke partij aan de macht zal komen bij de nieuwe verkiezingen op 3 mei 2020.

Montero verwacht dat de eerder geïnitieerde bi- en tripartiete dialoogsessies onmiddellijk na de nieuwe verkiezingen opnieuw worden geactiveerd.

 

"Er is een duidelijke wil tot overleg bij zowel werknemers als werkgevers. Daarom zijn goede resultaten te verwachten van de processen van sociale dialoog die zijn opgezet in de departementen Cochabamba, Santa Cruz, Tarija en Chuquisaca."

De focus van CNV Internationaal in Bolivia 

Het programma CNV Internationaal in Latijns-Amerika is gericht op het stimuleren van de sociale dialoog in Guatemala, Nicaragua, Colombia, Peru en Bolivia. Doel is bij te dragen aan het creëren van meer en betere kansen voor bi- en tripartiete dialoog, samen met lokale vakbondsorganisaties, werkgevers en overheden.

In Bolivia ondersteunt CNV Internationaal, via CENAC-Bolivia, de regionale werknemersfederaties (COD's) in Santa Cruz, Cochabamba, Tarija en Chuquisaca, evenals de Federatie van fabrieksarbeiders in Cochabamba (FTFC) en de vakbondsfederatie van suikerrietkappers in Santa Cruz (FSTZCASC).

In de periode 2018-2019 werd een tripartiete dialoog in Santa Cruz geconsolideerd, waar overleg wordt gevoerd tussen de COD Santa Cruz, de Federatie van particuliere ondernemers van dat departement (FEPSC) en de Departementale Gezondheidsdienst (SEDES). De dialoog was in deze periode gericht op het creëren van een Departementale Raad voor Gezondheid en Veiligheid op het Werk, die momenteel voorwerp is van een departementaal wetsvoorstel.

De plannen voor 2020

In Cochabamba is er een bipartiete dialoog tussen COD Cochabamba-FTFC en de Federatie van particuliere ondernemers van Cochabamba (FEPC), die zich primair richt op kwesties van employability en (drugs)smokkel. Deze gesprekken konden niet worden gecontinueerd maar zullen in 2020 worden vervolgd.

De regionale werknemersfederaties (COD's) in Chuquisaca en Tarija hebben voorstellen uitgewerkt voor de ontwikkeling van productie-industrieën in die departementen. Die plannen worden momenteel openbaar gemaakt. Dat zal de basis van de inzet in 2020 zijn.

De FSTZCASC heeft een lopende collectieve arbeidsovereenkomst met suikerriettelers. Het plan is om in 2020 onderhandelingen te gaan voeren over een nieuwe cao, met betere voorwaarden. Daarnaast wil deze bond een vakbondsalliantie opzetten met werknemers in de suikerfabrieken.