DonerenNieuwsbrief

Weblog Moldavië - Karen Bouwsma


In Moldavië is een mobiliteitscentrum voor jongeren gestart met steun van CNV Internationaal. Gemotiveerde jongeren worden er niet alleen opgeleid. Ze worden ook gekoppeld aan werkgevers.
CNV medewerker Karen Bouwsma ging kijken hoe het er nu gaat en sprak met de deelnemende jongeren. Ze sprak ook met werkgevers om te weten te komen hoe zij denken over vakbonden en sociaal overleg.
Maandag 20 juni 2011

Het is gelukt! Ik heb een afspraak

Ik wil graag kennismaken met werkgeversorganisatie CNPM en weten hoe zij tegen sociale dialoog aankijken. Het had wel wat voeten in de aarde voor er  een afspraak voor me geregeld was, zo begrijp ik van CNSM onze partnervakbond. Het blijkt niet zo gangbaar dat vakbonden contact zoeken met werkgeversorganisaties. De ontvangst is echter heel hartelijk en ik krijg een introductie in het werk en de structuur van CNPM.

En ja, ze werken ook samen met de vakbond CNSM. Maar dat gaat niet altijd even soepel. Ze vinden dat vakbonden te weinig meewerken bij het creëren van nieuwe werkgelegenheid. Terwijl ''er zonder werkgevers geen vakbonden zouden zijn". Wel is er op nationaal niveau overleg over budgetten, nationale wetgeving en CAO’s. Navraag leert dat sociale dialoog op regionaal niveau vooral ingewikkelder is omdat de werkgeversstructuur daar te wensen over laat. “We hebben er geen kantoren of mensen zitten. Word aan gewerkt,”  wordt me verzekerd...
Poster van Fundatia Muncii
Dinsdag 21 juni 2011
Ik vertrek vandaag naar Ungheni voor een bezoek aan Fundatia Muncii. Eenmaal buiten het drukke verkeer in de hoofdstad Chisinau valt de stilte van het platteland op. Mooie velden en weilanden wisselen elkaar af. Veel meer dan af en toe een boerderij en wat kleine dorpen komen we niet tegen onderweg. Ungheni ligt in het oosten van Moldavië, vlak bij de grens met Roemenie. De heuvels hebben hier iets weg van Toscane weet de chauffeur te melden.

In Ungheni steunt CNV Internationaal het werk van Fundatia Muncii. FM werkt met behulp van en Nehem Internationaal aan het motiveren en begeleiden van jongeren op de lokale arbeidsmarkt. Het project is echt succesvol gebleken. In totaal zijn er meer dan 300 jongeren begeleid op de arbeidsmarkt en hebben er een baan gevonden. Dit is nodig.

Alleen al in het eerste kwartaal van 2011 vertrokken 236.000 jongeren naar het buitenland op zoek naar een baan!

En dan hebben we het slechts over officiële cijfers. Dit is niet bevorderlijk voor de sociaaleconomische vooruitzichten van het land. Want, hoe kan je bedrijven aantrekken zonder arbeidskrachten? Wat zijn bovendien risico's die jongeren lopen in het buitenland?

Toch weet Fundatia Muncii veel jongeren aan een baan bij een lokale werkgever te helpen. Dat lukt FM door Flexibel en creatief met de lokale wensen en mogelijkheden van werknemers en van tieners om te gaan. Zo zijn er verschillende cursussen voor jongeren gestart om hen voor te bereiden op de arbeidsmarkt. FM biedt een cursus horeca, kleding naaien, Engelse taal, computervaardigheden, koken en een cursus kapster.

Op bezoek bij Kapsalon Elena

Ik wil graag eens van dichtbij horen en zien hoe die cursussen jongeren verder geholpen hebben. We stoppen bij Kapsalon Elena. Eigenares Elena heeft de afgelopen maanden 15 jongeren opgeleid tot kapster. Ze hebben allen een intensieve opleiding van ruim 570 uur achter de rug. Verven, knippen, model bepalen bij gezicht en hygiëne, het is allemaal aan de orde geweest in de verschillende modules.

In de salon ontmoet ik ook 2 van de 15 opgeleide kappers Rodica en Mariana, zij deden het zo goed dat ze meteen in de salon van de trainer Elena een baan aangeboden kregen. “Ik woon in Ungheni en ben heel blij dat ik in Ungheni zelf een opleiding heb kunnen volgen en meteen een baan heb gekregen!”, vertelt Rodica: Lachend geven de kappers toe dat het tijdens de opleiding nogal tegenviel om modellen te vinden om op te oefenen. Maar nu hebben ze het druk.

Het mag dan rustig zijn als ik midden op de dag de zaak bezoek. De zaken gaan goed zo wordt mij verzekerd. Vooral tegen etenstijd is er aanloop. En in de weekenden is het druk. Dan laten de mensen hun haar doen voor feesten en recepties.

Trainer Elena legt uit dat zij ook veel tijd heeft gestoken in communicatie.

Hoe ga je om met je klanten? De 15 jongeren hebben tijdens de opleiding ook kennis gemaakt met de lokale vakbonden. Die hebben hen goed geïnformeerd over hun rechten en plichten als werknemer.
Woensdag 22 juni 2011
Vanmorgen bezoeken we een Italiaanse schoenenfabriek een fabriek in de Free Economic Zone (vrijhandelszone, bestemd voor exportproductie). We rijden het bedrijventerrein op en ik verbaas me over de overblijfselen van vorige fabrieken die hier gewoon liggen weg te roesten. Plotseling staan we dan toch voor een gloednieuwe fabriek. Hier lijkt alles te blinken, zeker na al dat roest buiten.

Italiaanse schoenen | made in Moldova"

De schoenenfabriek heeft dringend extra mensen nodig en heeft Fundatia Muncii hiervoor benaderd. Ze zoeken echter het liefst jongeren met enige ervaring. Fundatia Muncii biedt ook naaicursussen voor jongeren aan, maar de meeste jongeren zijn niet dol op werken in de textiel of schoenenfabrieken. Het heeft onder jongeren een slecht imago. Toch is het startsalaris hier niet slecht vergeleken met andere beroepen. Bij aanvang kunnen jongeren 1700 Lei (17 Lei is ongeveer 1 Euro) verdienen. Twee keer per jaar wordt gekeken naar de voortgang en zijn er mogelijkheden voor een verhoging.

Klein addertje misschien onder het gras?

Het blijkt hier toch niet altijd even vanzelfsprekend om lid te zijn van een vakbond. Na de interessante rondleiding door de fabriek, verzekert de manager personeelszaken me dat het niet nodig is dat mensen in deze fabriek lid zijn van een vakbond: “Als er problemen zijn, los ik ze zelf wel op”. Tja, de hoogste tijd voor een blokje sociale dialoog zou ik zeggen. Dan maar gezellig op fabrieksniveau, bij gebrek aan regionale werkgeversvertegenwoordiging.

Karen Bouwsma Lees ook: interview vakbondsleider Oleg Budza uit Moldavie

Gerelateerd nieuws

Weblog Moldavië - nov 2010

Van een pensioen van slechts 20 Euro kun je ook in Moldavië niet rond komen. Het mag dan wel het armste land in Europa zijn, maar het levensonderhoud is niet goedkoop. Zo ben je voor de huur van een flat in Chisinau al 100 Euro kwijt per maand. En wil je in een ziekenhuis geholpen worden, dan moet je fors bijleggen.
 
De gemiddelde levensverwachting ligt in Moldavië op 67 jaar. De mannen werken officieel door tot ze 60 zijn en de vrouwen tot 57 jaar. Een maandloon ligt rond de 120 Euro per maand. Dus als je na je pensioen ineens van 20 Euro moet rondkomen, is dat nauwelijks te doen. Enige uitzondering zijn ambtenaren, werknemers in de bank en verzekeringen en sinds een jaar de onderwijzers. Zij krijgen nu 200 Euro dankzij de lobby van de Onderwijsbond van vakbondsorganisatie CNSM. Bejaarden werken in het plantsoen
Op het platteland hebben veel ouderen ter aanvulling een moestuin. Maar in de paar steden die Moldavië rijk is, moet men het vooral hebben van verlenging van het contract na hun 60e bij de werkgever. Of ouderen verkopen bloemen of koekjes langs de weg of doen plantsoenwerkzaamheden. Zo proberen ze nog wat bij te verdienen.
 
In de dorpen is nauwelijks werk te vinden. Veel mensen trekken daarom naar de stad of vertrekken naar het buitenland voor een baan. Kinderen en ouderen blijven achter. De onderwijsbond merkt dit ook. Dorpsscholen vinden maar moeilijk jongere docenten. Jongeren willen daar niet graag werken. 

Starterssalarissen in het onderwijs verdubbeld
Gelukkig hebben ze afgelopen jaar succes geboekt. Het salaris van startende leraren is verdubbeld. Hierdoor is het nu aantrekkelijker om voor een baan in het onderwijs te kiezen. Toch blijft het moeilijk de leraren die eigenlijk met pensioen moeten in de dorpen te vervangen. Gelukkig willen een heel aantal van hen wel na 60ste of 57 ste blijven werken om hun pensioen aan te vullen. Maar dat komt de kwaliteit van het onderwijs niet altijd ten goede. 
 
Het is zelfs niet ongebruikelijk dat leraren hun salaris aanvullen met een vrijwillige bijdrage van ouders. Maar steeds meer werkenden vertrekken uit de dorpen. Dat heeft dus gevolgen voor het inkomen van de leraren. Er gaan steeds meer geruchten kinderen die achterblijven in de dorpen een deel van het geld van hun ouder(s) moeten afdragen. Dat begint al op het postkantoor. De beambte geeft ze de brief met inhoud pas af na ontvangst van een deel van het geld. Maar ook de buurvrouw en de leraar willen een deel. Dit maakt het voor de kinderen nog moeilijker om rond te komen en hun school af te maken.
 
Dit zijn nog eens complexe economische en demografische vraagstukken waar de onze partner vakbond zich middenin bevindt. CNSM zet zich in via de weg van sociale dialoog en tripartiet overleg. Want dit soort zaken kun je niet alleen oplossen. Nu maar hopen dat de communistische partij eind deze maand niet weer aan de macht komt. Dan valt er weinig meer te overleggen.
 
Karen Bouwsma, 2 november 2010