DonerenNieuwsbrief
Home

Weblog

Nieuws

Onderzoek: De vergeten risico's van de …

Lees meer

Weblog 1 - Wie traint wie in Midden-AmerikaSan José, Costa Rica, 17 juli. Vanochtend start de training resultaatgericht werken die CNV Internationaal hier deze week organiseert. Deelnemers zijn onze partnerbonden in Midden-Amerika. Emile van Velsen is erbij om als manager van de sector Maatschappelijke Actie kennis te maken met het werk van CNV Internationaal. Hij deelt zijn ervaringen per weblog.Fundament van het hart
‘Namens het CNV mag ik de trainingsweek starten met een inleiding over het nieuwe mission statement van CNV Internationaal. Dat is afgeleid van de algemene CNV-missie. Want PME-trainer Marius Stehouwer en programmamedewerker Latijns-Amerika Marionne Lips willen dat bonden zien dat deze techniek helpt om juist effectiever resultaten te boeken die belangrijk zijn. PME, Planning, Monitoring en Evaluatie,bouwt voort op basis van het fundament van ons hart. Gedreven en professioneel
Tijdens mijn praatje probeer ik onze partners te motiveren en prikkelen. Maar het omgekeerde gebeurt. Onze partners vertellen hoe gedreven ze zijn vanuit onze gezamenlijke christelijk sociale identiteit. Daarom kunnen ze volhouden in moeilijke omstandigheden. En ze verbazen me door hun professionaliteit. Zij overtuigen ons dat de PME-methode hun helpt systematisch na te denken. In Costa Rica bijvoorbeeld. Daar heeft de vakcentrale CMTC het aantal huizen dat eerst gebouwd kon worden van 300.000 dollar verdubbeld. In plaats van een geplande 100, zijn er 200 gebouwd. Wie wordt er nu eigenlijk getraind?!Emile van Velsen, 17 juli 2007


Weblog 2 - Costa Rica op de drempel
Het regent hier iedere dag vanaf 12.00 'cats and dogs'. Binnen trainen CNV-ers Marionne Lips en Marius Stehouwer onze partnerbonden in resultaatgericht werken (PME). Vandaag, 18 juli mag ik op stap, om kennis te maken met de sociaal-economische situatie van Costa Rica. De dag begint met een zeer informatief bezoek aan de Nederlandse ambassade. De ambassadeur en twee beleidsadviseurs maken ruim tijd vrij. Costa Rica blijkt economisch gezien eigenlijk het meest interessante land te zijn in Midden-Amerika. Bovendien is het vangnet van sociale voorzieningen hier relatief uitgebreid. Maar Costa Rica is het enige land waar het parlement nog niet een nieuw vrijhandelsverdrag (CAFTA) met de VS heeft goedgekeurd. Politiek helaas al lang vergeten landen als El Salvador en Honduras zijn al lang door de pomp. Splijtend debat over vrijhandelsverdrag
Na jaren van splijtend maatschappelijk debat tussen voor- en tegenstanders ervan is besloten een bindend referendum te organiseren op 7 oktober. Een primeur voor deze enige stabiele democratie in de regio. Het programma gaat verder met een bezoek aan een politicus - die tegelijkertijd twee bedrijven leidt. Daarna volgt een gesprek met de vice-decaan van de faculteit sociale wetenschappen van de Nationale Universiteit.

Globalisering
Intussen wordt me duidelijker wat achter dit splijtende debat zit. Costa Rica staat op de culturele drempel, tussen aan de ene kant de de VS en aan de andere kant het zeer links wordend Zuid-Amerika, onder aanvoering van president Chávez van Venezuela. Volgens de voorstanders van CAFTA moet Costa Rica accepteren dat de wereld globaliseert: 'Je moet een weg vinden om daarmee om te gaan. Hoe langer je ontkent dat de wereld verandert, hoe groter de onvermijdelijke klap later wordt.' De tegenstanders vinden CAFTA een manier van de VS om het land cultureel en economisch dienstbaar aan hen te maken. Verbindende leiders
Beide stromingen staan voor waarden als naastenliefde, rechtvaardigheid en solidariteit. Maar beide missen verbindende leiders. Wie weet zijn we als CNV die moderne vakbondleiders deze week aan het opleiden Emile van Velsen, 18 juli 2007Lees meer: 
  • Midden-Amerika onderhandelt ook met Europa over een handelsverdrag. Een vertegenwoordiger van de middenamerikaase vakbeweging was onlangs in Nederland om actieve steun te organiseren bij de lobby voor sociale afspraken in dat verdrag. Lees meer

Weblog 3 – De PME puddingproef
De Britten bewonder ik enorm, onder andere vanwege de kracht van hun taal om zich heel treffend uit te drukken. 'The proof of the pudding is in the eating' is vandaag van toepassing. Na twee dagen training in de PME-methode staat vandaag de toepassing centraal. De hier in Costa Rica aanwezige vertegenwoordigers van Midden-Amerikaanse bonden gaan aan de slag. Kunnen ze de verworven kennis op het terrein van Planning, Monitoring en Evaluatie gebruiken voor hun eigen activiteiten voor een periode van vier jaar?

Voor ik verder schrijf over 'the eating', eerst iets over de PME-methode die CNV-trainer Marius Stehouwer is en wordt ontwikkeld. In het veld van ontwikkelingswerk bestaan verschillende methoden om resultaatgericht gericht te werken aan projecten en activiteiten. PME is in essentie een lichte, flexibele methode die onze partners helpt om de subsidie die zij via CNV Internationaal ontvangen resultaatgericht in te zetten. Maar dan zonder de bureaucratische ballast. Want die belemmert het doorgronden van waar het in essentie om gaat. (voor geïnteresseerden: google maar eens op 'logical framework analysis' die jaren geleden door USaid is ontwikkeld). Een lichte, flexibele methode
De PME-methode van het CNV start met tien eenvoudige vragen. Om een indruk te geven, hierbij de belangrijkste:
  • Wat zijn de belangrijkste problemen van je doelgroep?
  • Welke concrete resultaten wil je voor hun boeken?
  • Welke activiteiten horen daarbij
  • Hoe ga je de organisatiekwaliteit daarvoor verbeteren?
  • Wat kost het?
Aan de slag met behang, stiften en papier
En dan nu de 'proof of the pudding'. Marius en Marionne delen de dertig deelnemers in vijf werkgroepen in. De werkgroepen krijgen de opdracht om voor een land naar keuze een vierjarenplan op te stellen. De behangrollen, stiften, gekleurd papier - uit waar anders dan Nederland - krijgen ze mee. Een paar uur later presenteert iedere werkgroep een strategisch plan voor vier jaar. Ik ben weer eens onder de indruk. Menig bedrijf zou zijn winst kunnen verdubbelen met deze vakbondsleiders aan het roer. Deelnemers sparen elkaar niet
De werkgroepen presenteren echt goede plannen op basis van de PME-methode. Ze sparen elkaar niet in de discussie. 'Geloof je echt dat het haalbaar is? Geloof je dat jullie mijnwerkers nu bij een onderaannemer weer hetzelfde gaan verdienen als bij hun vorige werkgever die nu opdrachtgever is?'. 'Gaan bonden hier echt mee aan de slag, of schrijf je maar wat op?' De strategische documenten die ze over een jaar opleveren zullen ongetwijfeld gedegen zijn. En veel minder dik dan wij gewend zijn in Nederland. Onze partners gaan in hun strijd voor rechtvaardigheid indrukwekkende resultaten boeken. En ik ga nu zelf aan de eating in de vorm van de onvermijdelijke rijst met bonen.

Emile van Velsen, 19 juli 2007Weblog 4 - Over straatverkopers en tienermoedersVandaag gaat Emile van Velsen op stap met de voorzitter van een bond voor informele werkers: ‘Ik raak weer eens onder de indruk van onze partnerorganisatie de Costaricaanse vakcentrale CMTC. De voorzitter van een van de aangesloten bonden voor informele werkers laat me kennismaken met hun werk. Voordat ik daar meer over schrijf, eerst een achtergrondschets. Costa Rica is een van de meest welvarende landen van Midden-Amerika, met een relatief goed vangnet aan sociale voorzieningen. Desondanks is de omvang van de informele economie groot. Schattingen variëren dat twintig tot vijftig procent van de beroepsbevolking geen vaste baan heeft. Geen rechtspositie
Mensen in de informele sector werken bijvoorbeeld als straatverkoper, parkeerwachter, dagloners in de bouw, kleermakers of schoenmaker. Het probleem van het werken in de informele economie is dat werknemers of zelfstandigen:
  • geen enkele rechtspositie hebben,
  • een zeer laag inkomen hebben,
  • lange werkdagen maken en
  • onzeker zijn over de dag van morgen.
Mooie mensen
Onze zusterorganisatie zet zich voor deze mensen in. Onze collega laat me kennis maken met zijn bestuur dat overigens niets verdient met het vakbondswerk. De vier bestuursleden die ik mag ontmoeten zijn echt mooie mensen. Ze stralen hoop uit en zijn goed verzorgd. Als we met de auto door een van de hoofdstraten van San José rijden wordt hij herkend aan zijn auto en enthousiast begroet. Hij kent zijn leden en weet wat ze nodig hebben:
  • Training in bijvoorbeeld hun basisrechten als werknemer.
  • Toegang tot een beroepsopleiding.
  • Gebruik laten maken van de computer op zijn kantoor.
  • Microkrediet van de bank.
  • Een eigen huisje met twee kamers buiten de stad.
Vakbond helpt tienermoeders
Als de voorzitter met me gaat lunchen vertelt hij dat hij dit werk volhoudt omdat het enorm veel voldoening geeft als ze weer een tienermoeder geholpen hebben haar leven op orde te krijgen. Het enorm belangrijk om hen uit de cirkel van gebroken gezinnen te helpen. Veel jonge meiden worden hier zwanger van een jongen die na zijn pleziertje(s) opeens verdwijnt als hij juist zijn verantwoordelijkheid zou moeten nemen. Kinderen leven op straat
Vervolgens moeten deze moeders hun geld verdienen op straat. Hun kinderen groeien noodgedwongen overdag ook op in de straat. Daar leren hun kinderen vervolgens weer hetzelfde foute gedrag. Dus zijn ze als tiener veel vatbaarder voor de vele jeugdbendes. Ik voel me geraakt en geïnspireerd dat ik met deze vakbondshelden kennis mag maken. En dat juist het CNV een netwerk van partnerorganisaties heeft dat zich voor de echte onderkant van de wereld inzet! Emile van Velsen, 20 juli 20075 - Contrasterende werelden in HondurasEmile van Velsen is intussen van Costa Rica naar Honduras gereisd en vervolgt zijn weblog. Hij is in Midden-Amerika om kennis te maken met het werk van CNV Internationaal. Marius Stehouwer en Marionnne Lips geven daar trainingen voor partnerorganisaties. ‘We verblijven in de hoofdstad Tegucigalpa waar we hartelijk ontvangen worden door onze partnersorganisatie CGT. Ik verbaas me. Over de veel betere wegen dan in Costa Rica. Over enige moderne hoogbouw. En over het aantal grote shoppingmalls dat we in korte tijd passeren. Het vliegveld ziet er mooier uit dan Schiphol. Honduras is toch dat land waar zeventig procent van de bevolking onder de armoedegrens leeft? Ik merk er niets van als we op zaterdagavond in zo'n shoppingmall een uitstekende maaltijd voorgeschoteld krijgen. Tijdens de kerkdienst in de imponerende kathedraal van Tegucigalpa vraag ik verbaasd aan onze tolk, hoe hij komt hij erbij komt dat veel van de bezoekers arm zijn. Ze zien er immers goed verzorgd uit. Nog geen huis 10 jaar na orkaan Mitch
's Middags wordt me een en ander duidelijker als we de bergen in rijden. Tegen de hellingen van de veel bergen en heuvels rondom de stad zijn krotten gebouwd. Dat blijkt een gevaarlijke plaats om te wonen. Want bij een storm kunnen de woningen weggespoeld worden. Dat gebeurde in 1998 toen de orkaan Mitch, Honduras zwaar trof. Er vielen zo'n 18.000 doden. Bijna alle bananenplantages werden vernietigd. De wateroverlast was enorm. Verwoestende modderstromen spoelden hele dorpen en wijken weg. Bijna tien jaar later hebben tienduizenden mensen nog steeds geen vervangende woning. Ze wonen daarom onder andere op deze hellingen. Jachtgeweren voor de Burgerking
Als we langs de Burgerking rijden staan er twee bewakingsmannen voor de deur met grote jachtgeweren in de aanslag. Blijkbaar is dat noodzakelijk in dit land waarin ontvoeringen en moord lettelijk aan de orde van de dag zijn.  Als je dat wilt kun je als Westerling in een droomwereld leven. In die wereld is globalisering eigenlijk alleen maar geweldig en zijn er alleen maar winnaars. In je hotel en op het strand geniet van je van de buitenlandse keukens en kijk je CNN International. Als je echter ook maar even de moeite neemt om buiten de gebaande wegen te treden, ontmoet je een wereld die ook echt is. Dat is de wereld waarin onze tolk woont. Daar verlangt men naar een Chavez (links populistische president van Venezuela, red) voor Honduras. Dat kan ik goed begrijpen hoewel ik niets met zijn politieke visie heb, die alleen maar kan teleurstellen.  Christelijk sociaal denken in globaliserende wereld
In het christelijk-sociaal denken staat centraal dat rijk en arm elkaars belangen leren begrijpen en respectvol gaan samenwerken. Dat is in onze globaliserende wereld tegenwoordig een grotere opgave dan honderd jaar geleden. Toen was duidelijk wie de werkgever was en wie de arbeider was. In Honduras kunnen in de eerste plaats mensen dat alleen zelf vorm gaan geven. Onze partnerorganisatie doet dat met hulp van de financiers van CNV Internationaal (donateurs, werknemers en de overheid). De gevolgen van ons handelen
Het begint voor ons in Nederland in ieder geval bij het oog hebben voor de gevolgen van ons persoonlijk handelen. Bijvoorbeeld door maatschappelijk verantwoorde producten te kopen en duurzaam te beleggen. Dat begint bij transparante producten en diensten. Dan maakt duidelijk wat waar vandaan komt en onder welke omstandigheden het is gemaakt. Die transparantie maakt het eenvoudiger om concreet onze morele verantwoordelijkheid ook te nemen als consumenten en beleggers in het Westen.  Emile van Velsen, 23 juli 2007

Publicatiedatum 18 07 2007