DonerenNieuwsbrief
Home

Vrij maar verbannen na vijf jaar Cubaanse cel

Nieuws

Onderzoek: De vergeten risico's van de …

Lees meer

De Cubaanse vakbondsleider Pedro Alvarez kwam afgelopen februari vrij. Hij vertelt over bijna 5 jaar gevangenschap tussen zware criminelen. Liefst was Alvarez in Cuba gebleven. Uit de gevangenis is hij echter direct op het vliegtuig naar Spanje gezet. Alvarez bedankt ieder die zich vanuit Nederland voor hem heeft ingezet afgelopen jaren. ‘Ik wist dat er steun was, dat gaf me hoop‘. Tot 25 jaar cel werd Pedro Pablo Alvarez Ramos in 2003 veroordeeld. Bijna vijf lange jaren heeft hij vastgezeten. Zaterdag 16 februari liet het Cubaanse bewind hem op humanitaire gronden vrij, op voorwaarde dat hij naar Spanje zou vertrekken. Alvarez praat onvermoeibaar. Zijn drive is zijn bezorgdheid over de andere gevangenen en de Cubaanse bevolking. Wat hij vertelt over de gevangenis is afschuwelijk. Tegelijk is deze compañero, met wie het CNV al jaren een bijzondere band heeft, een enorm hartelijk mens. En wat een sterke man! Ik wil vrij zijn in mijn eigen land
Hoe hoorde u over uw vrijlating en wat gebeurde er vanaf dat moment?
Dinsdag vertelde de bewaking me dat de Cubaanse regering had besloten mij vrij te laten. Er was één voorwaarde: Ik zou het land uit moeten. Dat weigerde ik eerst, ik wilde vrij zijn in mijn eigen land. Maar ik had geen keus. ‘Of je gaat, of je blijft hier in de gevangenis'. Andere gevangenen van de Groep van 75 schreven me briefjes ‘Je moet gaan, vanuit het buitenland kun je meer voor ons doen’. Uiteindelijk heb ik gezegd dat ik alleen zou gaan met mijn familie. Het was een moeilijke keuze, maar ik ben nu zestig en heb toch 5 jaar vastgezeten.  Verbannen naar Spanje
Woensdagmiddag 13 februari kwam mijn zus met kleding. Daarna werd ik naar het gevangenisziekenhuis gebracht. In de middag kwamen daar uit andere gevangenissen nog 3 anderen van de groep van 75 die tegelijk met mij zijn vrijgelaten. Zaterdagmiddag 16 februari vertrokken we uit het ziekenhuis linea recta naar het vliegveld. Daar ontmoetten we onze familie. Een Spaans vliegtuig bracht ons naar Madrid. Het ging allemaal zo snel, we wisten niet wat er ging gebeuren. Liefst zou ik me niets herinneren
Hoe waren de afgelopen vijf jaar?
Het was een verschrikkelijke, traumatische tijd. Liefst zou ik me niets herinneren. Al hebben anderen het nog slechter gehad. Verwijderd van je familie, geïsoleerd van de buitenwereld.’ Alvarez zat in een afdeling voor zware criminelen die al jarenlang vast zaten. Mensen die geen respect meer hadden voor hun eigen lichaam. Die zichzelf en elkaar de meest absurde dingen aandeden, te verschrikkelijk voor woorden. Dit is psychologische mishandeling; constant bang zijn dat iemand je iets aandoet. Mijn cel was klein en smal en eigenlijk zelf voor 3 personen. Ik zat er alleen. Voor mijn eigen veiligheid zat de cel van binnen met een ketting op slot. Gracias a Dios heb ik dit overleefd. Elke dag gelijk aan de volgende en de vorige
Het leven was zo monotoon. Ik kon alleen wat lezen en oefeningen doen. Ik probeerde een dagritme te houden en ’s nachts te slapen. Maar de warmte was verstikkend, ventilatie ontbrak en de hygiëne is slecht. Ondervoeding en ziektes als tuberculose komen veel voor. Had u contact met de buitenwereld?
Alvarez vertelt dat hij redelijk vaak mocht bellen. Soms bijna dagelijks, dan weer ineens een tijd niet. Ik kreeg literatuur en soms gecensureerde kranten. Van verboden schrijvers, of over vakbondsactiviteiten kon ik niks lezen. Praten in de gevangenis is lastig, merkte Pedro Alvarez. Een coherent gesprek is met de meesten niet te voeren. Die zijn echt niet bezig met thema’s als, sociale problematiek en het veranderen van de maatschappij. In het begin kreeg ik elke drie maanden bezoek. Na anderhalf jaar werd dat eens in de 45 dagen, in het ziekenhuis elke twee weken. Alles werd in de gaten gehouden. Allen mijn zus en een nichtje mochten me bezoeken, vakcollega’s niet. In die vijf jaar is veel gebeurd, verzucht Alvarez. Ik verloor mijn moeder. Ik heb haar niet meer mogen zien voor haar sterven. Ik mocht wel naar de begrafenis. Ook mijn zus is overleden. In het gevangenisziekenhuis had ik met een vriend een wel heel provisorische manier bedacht om met een paar elektriciteitsdraden in een blik soep warm te maken. Die soep kreeg hij soms van bezoek. Ik buig alleen voor God
Hoe hou je zo’n lange tijd vol, hoe blijf je zo sterk als u hier nu bent?
Ik had eerder gevangen gezeten. Verschillende malen was ik gewaarschuwd. ‘De activiteiten jullie vakbondsorganisatie zijn een last voor de regering. En: met die mensen moet je niet omgaan. Kijk deze stapel papier, dat is alle bewijs tegen jou'. Het was geen verrassing dat dit gebeurde, ik had me goed voorbereid. Ik voel me vrij, ook in Cuba.  De enige waar ik voor buig is God. Toen ik gevangen werd gezet, vertrouwde ik op God. Achteraf is het zelfs ook waardevol. Ik ken de ellende. Dat geeft kracht om vanuit ballingschap verder te strijden. Waarom maakt niemand zich druk om ons?
Wat was er in Cuba te merken van de internationale solidariteit?
De Cubaanse overheid isoleert het land enorm, onder het standaard voorwendsel dat achter alle buitenlandse steun de VS en de CIA zitten. De bevolking merkt daardoor weinig van de internationale solidariteit. ‘Waarom maakt niemand zich druk om ons?’, zeggen mensen zelfs. Het is zoals Moeder Theresa zei: het ergste wat een mens kan overkomen is, je alleen voelen. Dat gebeurt met het Cubaanse volk. We vragen dus aan de vrienden die ons steunen vanuit het buitenland: Maak alsjeblieft meer lawaai! Woorden schieten tekort om te bedanken voor alle steun
Hoe is het om vrij rond te lopen in Madrid?
We zijn nog helemaal beduusd. Dit is zo ongelofelijk anders dan de afgelopen 49 jaar. We ervaren hier zoveel solidariteit van mensen en organisaties. Gedurende die vijf jaar cel ontving ik maar enkele kaarten. Veel zal wel vernietigd zijn. Maar ik hoorde wel van de internationale aandacht, dat gaf me veel hoop. Graag wil ik al mijn dank overbrengen aan iedereen die zich heeft ingezet. Dat zal ik me altijd herinneren. Leren van Europese vakbonden
Vanuit Madrid begint nu een nieuwe periode. Want de anderen zijn nog steeds gevangen. Waar mogelijk wil ik van hier uit hulp bieden. Nu Alvarez noodgedwongen in Spanje is, wil hij graag leren van de vakbonden hier. ‘Wat dat betreft is Europa een goede referentie voor ons. Eigenlijk heeft de Cubaanse regering me een gunst bewezen. Ik heb hier veel solidariteit ontvangen dat is fantastisch.

Publicatiedatum 27 02 2008