We komen aan in een dorp even buiten Kumasi in Noord-Ghana. Allereerst vragen we een groep cacao-boeren of we toestemming mogen vragen aan de ‘chief’ om met hen te praten. Dat blijkt niet vanzelf te gaan. Eerst wordt een uur lang een ceremonie gehouden. Respect voor de lokale verhoudingen voert hier de boventoon.
Om te beginnen vragen we de cacaoboeren of we de chief mogen vragen om met de cacao-boeren te spreken… Iemand uit ons team vertaalt van het Engels naar de Ashanti-taal aan de woordvoerder van de chief. De woordvoerder vertelt de reden van onze komst vervolgens aan de chief, en dat zijn de enige woorden die echt tellen!
We zijn er om te horen hoe de cacao-boeren baat hebben bij fair trade principes, zij ontvangen een redelijke prijs voor de bonen en er wordt op meerdere terreinen rekening met hen gehouden. Maar het is nog niet klaar, de arbeidsomstandigheden kunnen en moeten beter en de opbrengst van hun oogst is nog minimaal. Daar gaat de bond waar CNV mee samenwerkt iets aan doen. Dat begint met het vertalen van de problemen die men ervaart naar hanteerbare vragen. Vervolgens moet het vertrouwen worden gewonnen van de mensen, waarna we daadwerkelijk iets kunnen betekenen.
Vakbondswerk aan de basis is intensief werk waarvoor geduld en liefde voor het vak een eerste vereiste zijn. Degene bij wie we dat het beste zagen vandaag is Regina. Een vrouw van middelbare leeftijd die vanuit een ander deel van het land naar Kumasi is gekomen om cacao-boeren voor te lichten over verbetering van hun levensstandaard. Ze heeft tegelijkertijd een leidende rol in de lokale afdeling van de vakbond en vervult een voorbeeldrol richting haar collega’s. We wensen dat we haar in een volgend bezoek terugzien op een plek binnen de vakbond waar ze nog meer kan betekenen voor anderen.”
Publicatiedatum 19 08 2010