
De Colombiaanse vakbondsleider Jesus Adam Quinto werd het slachtoffer van een moordaanslag. Quinto zette zich afgelopen maanden namens vakbondsorganisatie CGT in voor de grondrechten voor een gemeenschap van 45 boerenfamilies in La Honda langs de Caricá rivier in het noordwesten van Colombia. Deze boeren waren al voor de tweede keer door de FARC van hun grond verdreven. Quinto had eerder bedreigingen ontvangen, net als andere leiders van zwarte gemeenschappen in Chocó die inmiddels de regio ontvlucht zijn. Quinto en ook vakbondsorganisatie CGT drongen daarna herhaald bij de overheid aan op meer beveiliging. Helaas gebeurde het tegenovergestelde en werd er juist bezuinigd. Op 7 april kwamen zijn beveiligers niet opdagen. Quinto verliet toch zijn huis en werd neergesloten.
Het CNV heeft aangedrongen op bescherming van de familie van Quinto en van andere leiders in de regio Choco die zich inzetten voor teruggave van het land aan de boeren. Inmiddels heeft de Colombiaanse politie een verdachte aangehouden in deze zaak.
De boerengemeenschap waarvoor Quinto zich inzette wordt al jarenlang steeds weer verdreven vanwege de aanwezigheid van guerillas en paramilitairen. In 1997 werden in totaal ruim 15.000 mensen verdreven van hun land, huis en haard. In 2000 konden zij na ingrijpen door de regering terugkeren. Nog steeds zijn er echter gewapende groeperingen actief, zowel eenheden van de FARC als andere criminele bendes. De regio aan de grens met Panama is strategische belangrijk voor de drugshandel.
Vakbondsorganisatie CGT is een brede sociale beweging die ook boerengemeenschappen organiseert.
Publicatiedatum 12 05 2014