
“Ons werk is nu minder zwaar, we hoeven minder te tillen en kunnen grotere hoeveelheden vervoeren met de kruiwagens,” zegt een van de visverkoopsters in het Senegal. “We kunnen meer doen in minder tijd. De vis die we verkopen is van betere kwaliteit. Daardoor verdienen we meer voor ons gezin.” Dat is te danken aan de materialen die de vrouwen konden kopen met een bijdrage uit de CAO van Sonac/Vuren. In de CAO van 2009 maakte Sonac/Vuren met CNV Vakmensen niet alleen de gebruikelijke afspraken over inkomen en werk van de eigen werknemers. Er werd ook een bedrag gereserveerd voor verbetering van werkomstandigheden van visverkoopsters in Senegal. De vrouwen verkopen op lokale markten de vis die hun echtgenoten in kleine bootjes op zee gevangen hebben.
Programmamedewerker Esther Droppers van CNV Internationaal bezocht het project afgelopen september en constateerde dat de benodigde materialen goed worden gebruikt zoals voorzien. Ook is de doelgroep intussen getraind in modernere hygiënische visverwerkingtechnieken.
“We hebben alle materialen aangeschaft en met verf gemarkeerd” vertelt een van de visverkoopsters. Zo is het voor iedereen duidelijk dat dit gereedschap met het project van CNV-UDTS is gefinancierd en eigendom is van de coöperatie.”
Vis bakken, roken en verkopen
Waar het geld aan besteed is? Er is nieuw gereedschap, ovens en materialen gekocht die nodig zijn om vis te roken, te bakken en vervolgens te verkopen. De vrouwen gebruiken traditionele ovens om de vis te roken. Er zijn nu moderne plastic bakken met deksels gekocht om de vis langer te kunnen bewaren en ook handschoenen om hygiënisch te kunnen werken. Voor de verkoop op de markt zijn er tafels gekocht en kruiwagens om vis te vervoeren. De materialen blijven eigendom van de coöperatie, die zorgt voor het beheer en die het gezamenlijk gebruik regelt.
Training in nieuwe visverwerkingtechnieken
Om de nieuwe materialen ook goed te gebruiken heeft de Senegalese vakbond ook trainingssessie voorbereid. In totaal hebben er 300 vrouwen meegedaan aan de training. Het hele project is uitgevoerd onder leiding en toezicht van de vakcentrale UDTS in Dakar, de hoofdstad van Senegal. Met deze organisatie werkt CNV Internationaal al jarenlang samen aan verbetering van de werk- en leefomstandigheden.
De UDTS-vrouwengroep in Joal telde voor de aanvang van het project 200 leden. Maar vanwege de grote interesse van andere marktvrouwen zijn 100 nieuwe vrouwen lid geworden. Zo profiteren nu dus 300 vrouwen van het project! Zij werken samen en verdelen het werk en de gekochte materialen. Er zijn drie groepen gevormd: vrouwen die vis roken, vrouwen die vis bakken en vrouwen die de vis verkopen.
Sparen voor noodgevallen
Bovendien hebben 150 vrouwen besloten in groepsverband te gaan sparen. Sparen via de bank was voor hen niet weggelegd. Elke spaargroep telt 30 personen. Iedere week legt ieder persoon een vast klein bedrag in. Daardoor groeit er een reservefonds voor noodgevallen als ongevallen, ziekte en sterfgevallen in de betrokken families. De sociale zekerheid die voor ons in Nederland zo vanzelfsprekend is hebben deze vrouwen niet. Door te sparen bouwen ze nu toch zelf wat reserve voor moeilijke tijden op.
Publicatiedatum 11 11 2010