
Ze werken in omstandigheden die veel weghebben van moderne slavernij. Soms zijn ze jonger dan 16, de wettelijke minimum leeftijd. Inmiddels zijn ze zo wanhopig dat hun protest niet gehoord wordt dat ze dreigen in hongerstaking te gaan.

Als je de migranten meetelt die in Maleisië en andere landen in het Midden-Oosten werken, komen er nog eens 6 miljoen huishoudelijk werkers bij.
Lange dagen achter gesloten deuren
Ze werken voor een heel klein loon en maken lange dagen. Als hun baas hen mishandelt of misbruikt is het nauwelijks mogelijk dat aan de kaak te stellen. Ze zijn uiterst kwetsbaar omdat ze werken achter gesloten deuren, meestal zonder contract. Er staat al sinds 2010 een wetsvoorstel op de agenda om de arbeidsrechtelijke positie van Indonesische huishoudelijk werkers te beschermen. Maar de behandeling wordt steeds weer uitgesteld. Sommige huishoudsters zijn inmiddels zo wanhopig dat hun protesten niet gehoord worden, dat ze dreigen in hongerstaking te gaan.Geen gewone werknemers
Hun probleem is dat zij niet gezien worden als gewone werknemers en dus ook geen beroep kunnen doen op de normale arbeidsrechten. De Internationale Arbeidsorgansiatie ILO nam in 2011 conventie 189 aan over fatsoenlijk werk voor huishoudelijk werkers. In veel landen is die conventie inmiddels verwerkt in nationale arbeidswetgeving. Ook de Indonesische president Susilo Bambang Yudhoyono beloofde zijn steun, met als de Minister van Arbeid en Migratie. CNV partnerorganisatie SBSI roept huishoudelijk werkers op om zich te organiseren en voor hun rechten op te komen. De SBSI voert intensief lobby voor goedkeuring van wetgeving die voldoet aan die internationale standaarden. De SBSI is lid van Jala PRT, het netwerk van vakbonden en andere organisaties dat opkomt voor de rechten van huishoudelijk werkers in Indonesië, met name:- afspraken over fatsoenlijke werktijden
- uitbetaling van een fatsoenlijk loon
- fatsoenlijke leefomstandigheden
- afspraken over verlofdagen
- afspraken over sociale zekerheid
Publicatiedatum 14 04 2015