DonerenNieuwsbrief
HomeActueelNieuws

Textielsector: zet mensen centraal!

Opinie door Anne Dankert, lobbyist CNV Internationaal en stuurgroeplid voor het Strategisch Partnerschap voor Transformatie van de Kledingketen

Tijdens de coronacrisis komen de sociale gebreken in de internationale ketens meer dan ooit aan het licht. De textielsector komt opnieuw – iedereen kan zich het drama van het instorten van Rana Plaza in Bangladesh nog herinneren – dramatisch slecht uit de bus. Heel veel werknemers zijn de dupe. Zeker als werknemers in landen zoals Cambodja en Vietnam de rekening moeten betalen; omdat zij de minste macht hebben en weinig kapitaalkrachtig zijn en omdat zij aan het begin van de productieketen staan.

In het recent gepubliceerde rapport “The State of Fashion: Coronavirus Update” van McKinsey staat dat de pandemie de discussie over duurzaamheid, zoals overconsumptie en onverantwoorde inkooppraktijken, van de keten (verder) zal aanwakkeren. En dat is goed nieuws.

In Nederland hebben zowel kledingwinkels als -ketens het zwaar, net als zovele werknemers die vaak op tijdelijke contracten in de winkels werken. Zij moeten dealen met grote onzekerheid over hun werkende toekomst, ondanks de steunmaatregelen voor Nederlandse werknemers én bedrijven. Deze maatregelen voor bedrijven, waaronder retailers, reiken niet verder dan de Nederlandse grens, terwijl onze economie draait op internationale handel, zoals de import van veel kleding uit Zuidoost-Azië. De Nederlandse overheid – en ook andere Europese landen – zou naast het steunen van het bedrijfsleven in Nederland ook steungelden moeten uittrekken voor het ondersteunen van de internationale productieketens. Op voorwaarde dat het duurzaam en verantwoord is. 

Walk the talk


Eén ding is zeker: mensen staan niet centraal. De waarheid is nog steeds geen praktijk. Nog steeds draait het om het betalen van de laagste prijs, tegen onnoemlijke lage marges. De crisis dreigt de prijzen nog verder te verlagen. Ondanks dat er de laatste jaren meer bewustzijn is gekomen en stappen gezet zijn om de textielindustrie fundamenteel anders in te richten.

Maar laten we nou echt iets leren van deze crisis en de keten naast duurzaam ook robuust maken. We zien al hoe belangrijk onze docenten, verpleegkundigen en politieagenten zijn. Laten we die lijn doortrekken en zeggen dat dit ook geldt voor de werknemers (voornamelijk vrouwen) die onze kleding maken. Het gaat maar om een klein percentage van de uiteindelijke prijs die we voor een broek betalen. Laten we beginnen bij het begin en de prijs van het kledingstuk baseren op wat de werknemer (minimaal) nodig heeft: een leefbaar loon, een veilige werkplek en een sociaal vangnet.

 

"Let's ensure that the working places are safe and workers get a good, living wage" (premier Rutte tijdens handelsmissie aan Vietnam 2019)

Het startpunt van de textielketen veranderen van bedrijven naar één waar de werknemer centraal staat: het “nieuwe normaal” voor de kledingindustrie. “Walk the talk” was de slogan die gebruikt werd ten tijde van de Nederlandse handelsmissie van premier Rutte aan Vietnam vorig jaar, waar hij zich tijdens de Sustainbale Fashion Show uitsprak voor het lot van de textielwerknemers: “Let’s ensure that the working places are safe and workers get a good, living wage.” Laten we dat nu eens doen: walk the talk.

 

Meepraten over dit onderwerp?

Het Strategisch Partnerschap voor Transformatie van de Kledingketen heeft  +/- 150 experts, die al jaren bezig is met het veranderen van de industrie, in de hele productieketen uitgenodigd voor de online Fair Fashion Think Tank (#fftt). Samen met hen willen we inventariseren welke stappen er genomen moeten worden om de industrie fundamenteel te veranderen voor een eerlijke toekomst.

 

Meer over eerlijke kleding

Publicatiedatum 22 04 2020